Even tussendoor
Lichtjes aansluitend op de vorige post stootte ik nog eens op Office Design Gallery. Update: er blijkt wel wat weinig inhoud te zijn. Voor meer kan je terecht bij Flickr.
Even tussendoor
De kans dat ik vandaag iets afgewerkt krijg wordt steeds kleiner naarmate ik meer en meer verloren geraak in de archieven van Inhabitat.
Eenvoudig een Subversion repository maken
Soms heb je wat versiebeheer nodig maar zie je het niet zitten, of is het niet mogelijk, om een repository op te zetten op een server. Met TortoiseSVN kan je heel eenvoudig zo een repository maken op Windows.
De repository maken
Na de installatie van TortoiseSVN (met de optionele herstart), open je Windows Explorer. Maak een directory aan die je Subversion repository zal worden.
Rechtsklik op de map en kies uit het contextmenu TortoiseSVN → Create Repository Here. TortoiseSVN zal je dan vragen welk type database je wil gebruiken voor je repository. De default optie FSFS (Native file system) volstaat ruimschoots.
De bestanden importeren
Om van Subversions versiebeheer te kunnen profiteren moeten je files natuurlijk in de repository worden gestopt. Selecteer de bestanden — of indien mogelijk de map waarin ze zich bevinden — en klik op de rechtermuisknop. Kies in het TortoiseSVN menu voor Import en navigeer vervolgens naar de folder waarvan je daarnet een repository hebt gemaakt. Klik op OK om de files te importeren.
De bestanden uitchecken
De bestanden die je net hebt geïmporteerd zitten nu wel in de repository, maar de files waarmee je werkt staan nog niet onder versiebeheer: daarvoor moet je de files “uitchecken”. Maak een nieuwe map aan (je kan als je het nodige lef hebt ook de originele bestanden verwijderen), klik weer op de rechtermuisknop en kies voor SVN Checkout. Navigeer naar de repository en klik op OK. Done and done.
Voor alle duidelijkheid: een aparte Subversion server is altijd aan te raden voor echt belangrijke bestanden.
Dit artikel werd opgenomen in ontwikkeling, software.
Even tussendoor
Mike Malone geeft een uitgebreid overzicht van de verschillen tussen XHTML 2 en HTML 5. Bookmarken en herbekijken over een jaartje of vijf.
WordPress Cleaner plugin
Eerder vertelde ik al dat ik liever geen WordPress development en WordPress nieuws feeds zie op mijn admin dashboard. Bij het maken van het theme voor deze site stootte ik op enkele andere dingen die me wat irriteerden.
Er werden namelijk zomaar links geïnjecteerd in het theme om gemakkelijk met Windows Live Writer te kunnen bloggen en andere rotzooi die ik niet nodig heb. Uiteindelijk heb ik de filters die voorkomen dat dit gebeurt, gecombineerd met de filters die de feeds van je dashboard verwijderen en ze samen in een plugin gegoten.
Installeren is eenvoudig
Download de plugin (opslaan met extensie .php), upload naar de plugins directory van je installatie en activeer het.
Aanpassen iets minder
Er is geen scherm voorzien om bijvoorbeeld wel de WordPress development feed te tonen. Als je dit wil aanpassen zul je dus de plugin zelf moeten aanpassen. Maar dat valt wel mee: zet de juiste regel in commentaar (door er // voor te zetten of de regel te starten met /* en af te sluiten met */. De volgende elementen worden momenteel gefilterd:
dashboard_primary_feed: WordPress development feeddashboard_secondary_feed: “Other WordPress News” feedrsd_link: wordt gebruikt door desktop blogging clientswlwmanifest_link: wordt gebruikt door Windows Live Writerlocale_stylesheet: wordt gebruikt door… Ik heb echt geen idee.
Om dan de WordPress development feed wel te tonen zet je de regel met dashboard_primary_feed in commentaar.
En bij het researchen vind ik net Spring Clean Your WordPress Head met meer tips om wat bloat te verwijderen, inclusief het wrappen van dit soort dingen in een plugin.
Dit artikel werd opgenomen in ontwikkeling, weblogs.
CMS: de beslissing
Eindelijk heb ik eens echt wat systemen kunnen uittesten en ik ben tot een beslissing gekomen.
SilverStripe
SilverStripe heb ik lang links laten liggen. De admin-interface was traag bij het testen op OpenSourceCMS en de namaak XP-achtige styling past niet echt in mijn kraam. Het installeren verliep vlot en na een tijdje viel de interface mee. Blijkbaar wordt het maken van custom types goed ondersteund door het onderliggende Sapphire framework.
Dat de rich-text-editor (TinyMCE) valid HTML uitspuwde was een aangename verrassing, maar bij het maken van de templates staken nieuwe bezwaren de kop op. Bij het genereren van het menu verwijst de link naar de homepage steevast naar /home in plaats van / en… de beperkte mogelijkheden van de template tags laten je niet toe om hier een workaround voor te voorzien.
MODx
MODx heeft op het eerste zicht een zeer leuke interface, maar jammer genoeg zijn er 2 clicks nodig om inhoud aan te passen want je moet eerst voorbij een overzicht van bewerkingen. Daarnaast moeten templates in de database worden gestopt. Hoewel je met snippets een PHP-script kan includen - met de echte logica - blijft het een omweg. De syntax van de beschikbare template tags doet me trouwens de wenkbrauwen fronsen.
ExpressionEngine
Sorry Bart, maar ExpressionEngine blijft voor mij voornamelijk een blogging engine van de categorie TextPattern en WordPress. Je kan er andere websites mee bouwen, maar dat kan je ook met die andere tools.
De winnaar: Drupal
Ja, het is toch Drupal geworden. Drupal laat me toe om gewoonweg PHP te gebruiken in templates. Dat het geen onderscheid maakt tussen “admin” en “bezoeker” valt grotendeels op te lossen met de role_theme_switcher module die Bart Claeys aanhaalde, maar ook deze faalt om pagina’s op URLs zoals node/add weer te geven met het admin theme. In Drupal 6 lijkt de scheiding tussen admin en user themes iets strikter te zijn en mits de tips voor 4.6 nog werken kan ik dit eenvoudig aanpassen in de huidige 5.7 branch. Update: bij een tweede poging lijkt de module wel correct te werken, maar de volgorde waarin je themes kiest binnen de standaard Drupal settings en binnen de module is erg belangrijk.
Ik heb me verzoend met de architectuur van het framework en moet toegeven dat het logischer is dan het lijkt om bepaalde modules niet standaard te voorzien. Alleen blijf ik erbij dat er wat kort en bondige (en vooral up-to-date) documentatie moet komen om mensen duidelijk te maken dat er wel wat in zit. Als je sneller via Google informatie kan vinden op een site dan via de site zelf is er sprake van een gebrek aan gebruiksvriendelijkheid.
Dit artikel werd opgenomen in ontwikkeling, software.
Even tussendoor
Vandaag al een hele tijd op repeat: Journey - Don’t Stop Believin’. Je weet wel, het liedje van de Soprano’s finale, die blijkbaar ook een onderdeel vormt van de presidentiële campagne van Hillary Clinton.